Kook de aardappelen in de schil. Giet de aardappelen af zodra ze gaar zijn en pel ze. Pureer de aardappelen meteen en voeg wat zout toe. Strooi de bloem bij de aardappelpuree tot een zacht maar nog wel enigszins plakkerig deeg is ontstaan (zorg dat werkvlak en handen steeds met bloem zijn bestrooid om plakken te voorkomen). Draai daarvan duimdikke rolletjes. Snijd die in stukjes van ca. 2 cm en rol ze met de wijsvinger langs de tanden van een grof getande vork zodat aan de ene kan gleufjes ontstaan en aan de andere kan een deukje. Kook de gnocchi enkele ogenblikken in ruim water. Vis ze met een schuimspaan uit het water als ze gaan drijven en doe ze in een voorverwarmde schaal. Server met een saus naar keuze.
Als de aardappelen te weinig bloemig zijn een ei toevoegen.
Lekker met ragł di carne
