Deze catacomben werden gegraven in de tweede helft van de tweede eeuw na Christus en bevatten zo'n 170.000 graven in gangenstelsels met een totale lengte van bijna 20 km die in een aantal lagen boven elkaar in het tufsteen zijn uitgehouwen. De diepste laag ligt 20 meter onder de grond. Callistus was een diaken die, aan het begin van de derde eeuw, werd aangesteld door paus Zeferinus om deze begraafplaats te beheren en zodoende werden de catacomben van Sint Callistus de officiële begraafplaats van de kerk van Rome. De bovenste gangen zijn de oudste, de onderste de jongste. In de vijf 'cubicoli (=familiegraven) van de sacramenten' bevinden zich fresco's uit het einde van de 2e- en het begin van de 3e eeuw. Ze stellen op symbolische wijze de sacramenten van de doop en de eucharistie voor. Er is ook een afbeelding van Jonas, symbool van de wederopstanding. In de kapel van de pausen (capella dei papi) bevinden zich de graven van negen pausen en acht kerkelijke ambtsdragers uit de derde eeuw. Aangrenzend is de tombe van de Heilige Cecilia (de beschermheilige van de muziek), met fresco's uit de 7e en 8e eeuw. Hier is een marmeren kopie van een beeld van de heilige waarvan het origineel gemaakt werd door Stefano Maderno en dat zich bevindt in de kerk S. Cecilia in Trastevere. Daarheen had paus Paschalis I in 821 de relikwieën van de heilige laten overbrengen.
|