Villa EmoVilla EmoFanzolo (Vedelago) | Veneto | Italia |
|||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
De Villa Emo is een landhuis bij het dorp Fanzolo di Vedelago ontworpen in 1559 door Andrea Palladio voor de familie Emo uit Venetië. De villa is tot 2004 permanent in handen geweest van de familie Emo. Sinds 1996 staat de villa op de Unesco Werelderfgoedlijst als onderdeel van "De stad Vicenza and de Villa's van Palladio in de Veneto". De Villa past in het algemene beeld van die tijd dat patriciersfamilies uit Venetië investeringen gingen doen in het achterland (terraferma). Door de ontdekking van Amerika nam enerzijds het economisch belang van Venetië af terwijl anderzijds nieuwe en snelgroeiende en dus zeer rendabele landbouwgewassen (mais!) nieuwe kansen boden. BuitenkantIn 1509 werd het stuk land waarop de villa staat gekocht door Leonardo di Giovanni Emo van de familie Barbarigo. Aanvankelijk was men vooral geïnteresseerd in landbouw. Twee generaties later gaf Leonardo di Alvise Emo aan Palladio de opdracht een villa in Fanzolo te bouwen. Het gebouw was voltooid in 1565. Villa Emo is een van de meest geraffineerde villa's van Palladio. De villa is veel geprezen vanwege de harmonieuze proporties en eenvoudige mathematische verhoudingen. De bouwlichamen hebben duidelijk te onderscheiden vormen die samenhangen met de traditionele functies van de villa suburbana: een pars rustica (gedeelte voor de landbouw) en een pars urbana (representatief gedeelte) dat voor de eigenaar als buitenverblijf diende in de zomermaanden. Het representatieve gedeelte is hier duidelijk herkenbaar door een verhoogd gedeelte dat is geaccentueerd door een klassiek tempelfront en een statige trap, eigenlijk meer een helling. De vleugels aan weerszijden (barchesse genoemd) waren oorspronkelijk bestemd voor landbouwactiviteiten. Op de uiteinden zijn duiventillen aangebracht. Het exterieuris eenvoudig en nauwelijks gedecoreerd. Palladio heeft de eenvoudige Dorische orde gekozen voor het tempelfront. InterieurHet interieur is na 1565 rijk beschilderd met fresco's door Giovanni Battista Zelotti. Het iconografische programma van de villa sluit aan bij de functie ervan (landbouw-natuur) en moest tevens bijdragen aan de goede reputatie van de bewoner (edelmoedigheid). Behalve de voorstellingen zelf is de schijnarchitectuur heel interessant. Opmerkelijk is ook dat in het door en door classicistisch gedecoreerde interieur toch in iedere kamer een christelijke afbeelding te vinden is (better safe than sorry). Kamer met grotesken De eerste ruimte waar je na de ingang in terecht komt gedecoreerd met grotesken. Grotesken waren in de tijd van Zelotti een nieuw verschijnsel dat was ontstaan door de ontdekking van het Gouden Huis van Nero. Toen een jongen aan het einde van de 15e eeuw op de helling van de heuvel Oppius in Rome in een gat viel, vond hij daar een merkwaardige 'grot' die geheel beschilderd was. Kunstenaars lieten zich in de 'grotten' afzakken om de kunstwerken te bestuderen. Nooit eerder had men zoveel origineel stucwerk en zoveel originele schilderkunst uit de oudheid gevonden en de vondst leidde dan ook tot veel geestdrift. De stijl van het stucwerk en de schilderingen werd overgenomen in de schilderkunst en beeldhouwkunst van de renaissance. De onderaardse ruimtes noemde men 'grotte' en de versieringen 'grottesche'. Daar komt ons woord 'grotesk' vandaan. Deze ruimte sluit aan op een grote zaal met scènes uit het verhaal van Venus en Adonis dat samenhangt met dood en nieuw leven, zomer en winter. Kamer van Venus en Adonis (Ovidius - Metamorfosen, boek X). Venus was smoorverliefd op Adonis, maar Adonis was een roekeloze jager. Venus was altijd bang dat hem iets zou overkomen. Op een dag achtervolgde Adonis een wild zwijn. Toen hij het dier uiteindelijk aanviel, draaide het zich echter plotseling woedend om en doorboorde het met zijn vervaarlijke slagtand de dij van Adonis. Hij probeerde nog weg te komen, maar zijn been weigerde mee te werken en op die manier kreeg het zwijn de kans hem dood te trappen. Onmiddellijk kwam Venus naar de plaats waar haar lieveling zo tragisch aan zijn einde was gekomen en iedereen treurde om zijn dood. Als laatste kwam Pluto om de ziel van de overledene naar de onderwereld te brengen. Venus was nog altijd ontroostbaar en smeekte Pluto om Adonis terug te laten keren naar de levenden. Uiteindelijk werd een regeling getroffen: Adonis mocht de ene helft van het jaar op aarde doorbrengen en moest voor de andere helft terugkeren naar de onderwereld. Aan het begin van de lente verliet Adonis de onderwereld en zo snel hij kon ging hij naar zijn geliefde Venus. Overal waar hij zijn voetstappen zette, ontloken de bloemen en begonnen de vogels te fluiten om te laten zien hoe blij ze waren met zijn komst. Zo werd Adonis het symbool van de plantengroei, die elke lente uit de bodem omhoog komt en de aarde bedekt met prachtige bladeren en bloemen en die de vogels doet fluiten. In de herfst keerde Adonis met tegenzin terug naar de onderwereld, want dan kwam het wrede wilde zwijn van de winter weer om hem met zijn slagtand te doorboren en de natuur te doen verdorren. En elk jaar in de herfst huilde de natuur om zijn vertrek. Boven de deur een afbeelding van Sint-Hieronymus in de woestijn Centrale hal In de centrale ruimte domineren twee fresco's: De edelmoedigheid (of zelfbeheersing) van Scipio (Titus Livius - Ab Urbe Condita, boek XXVI) Na de overwinning op Nieuw Carthago (Spanje) krijgt de Romeinse generaal Scipio een wonderschone Spaanse maagd als geschenk aangeboden. Als Scipio hoort dat de maagd verloofd is, geeft hij haar terug aan haar toekomstige bruidegom en betaalt bovendien de bruidsschat. De bruidegom knielt in dank voor Scipio. Het meisje Virginia (Titus Livius - Ab Urbe Condita, boek III) In 451 v.C. kreeg Appius Claudius Crassus een oogje op Verginia, een van de mooiste meisjes van het plebs. Zij was de dochter van Lucius Verginius, een gerespecteerd centurion. Verginia was reeds beloofd aan Lucius Icilius, een voormalig tribuun van het plebs. Toen Virginia Crassus weigerde, liet deze haar ontvoeren en onder het volk het nieuws verspreiden dat zij in feite zijn slavin was en hij recht op haar had. Het kwam tot een rechtzaak. Verginius, de vader van het meisje, werd van het veld opgeroepen om zijn dochter te verdedigen en ook Verginia mocht uiteindelijk terugkeren. Toen Verginius twee dagen later samen met zijn volgelingen op het Forum Romanum verscheen, gunde de corrupte rechter Claudius hem echter geen spreekrecht en verklaarde dat Verginia inderdaad Crassus' slaaf was. Verginius smeekte om zelf zijn dochter te mogen ondervragen. De rechter ging hiermee akkoord doch Verginius stak zijn dochter neer. Dit was volgens hem de enige manier om haar vrijheid te behouden. Het is beter te sterven dan zijn vrijheid te verliezen door toedoen van corrupte rechters. Kamer van Hercules De derde zaal aan de achterzijde van de villa toont de dood van Hercules (Ovidius - Metamorfosen, boek IX). Hercules streed met Achelous om de hand van Deïaneira. Tijdens deze strijd veranderde hij zich in een stier met het hoofd van een man. Hij veranderde ook in een waterslang, maar bij iedere verandering wist Hercules hem te verslaan. Uiteindelijk gooide Hercules hem in zee. Hercules trouwde met Deianeira. Toen hij en zijn vrouw een rivier overstaken met behulp van de centaur Nessos, probeerde de centaur Deianera te verkrachten. Hercules doodde hem met zijn giftige pijlen, maar de stervende Nessos bezwoer Deianera dat ze zijn bloed moest bewaren, omdat ze daarmee de liefde van Hercules terug zou kunnen winnen. Wat Deianeira niet wist was dat het bloed van Nessos vergiftigd was met het bloed van de hydra. Vele jaren later toen Hercules een oorlog had gewonnen, kwam een bode aan Deianeira vertellen dat Hercules verliefd was op een andere vrouw, Iole. Ze smeerde daarom de lievelingsmantel van Hercules in met het bloed van Nessos. Ze stuurde de bode terug, met de mantel als welkomstgeschenk naar Hercules die ergens anders een offervuur voor Zeus aan het maken was. Hercules sloeg de mantel om en begon meteen te verteren wat gepaard ging met afschuwelijke pijn. Hercules wilde zichzelf in brand laten steken. Op een brandstapel op de berg Oite, aangestoken door Philoctetes, vond Hercules de dood. Philoctetes kreeg de boog van Hercules als dank voor het aansteken van het vuur. Hercules stierf niet echt, maar werd onsterfelijk en onder de Olympische goden opgenomen en kreeg Hebe, de Godin van de Jeugd, tot vrouw. Zo bleef zijn lichaam op de heilige berg Olympus en zijn schim (ziel) in de Hades, aldus de Odyssee van Homerus. Boven de deur zien we Christus die na zijn opstanding verschijnt aan Maria Magdalena. Kamer van de kunsten Door een volgend halletje met grotesken bereik je nu de kamer van de kunsten. Hier zien we het motief van zomer en winter in twee in okertinten geschilderde allegorische 'beelden'. Verder zien we afbeeldingen van Architectuur (met een plattegrond van deze villa), Muziek, Beeldhouwkunst, Schilderkunst, Poëzie (Apollo met zijn lier) en Astronomie. Boven de deur de Heilige familie. De Porticus In de zuilenhal zien we Ceres, de godin van de overvloed (Lunardo Emo wist hoe hij de opbrengsten van het land moest vergroten). De twee andere schilderingen gaan over Juno die Jupiter bespiedt terwijl hij de mooiste nimf uit het gevolg van Diana het hof maakt en terwijl zij - uit jaloezie - de nimf verandert in een berin (haar hand verandert al in een klauw) De kamer van Jupiter en Io. (Ovidius - Metamorfosen, boek I). Op een dag zag Jupiter Io en ze werd een van zijn vele minnaressen. Hun relatie duurde voort totdat Juno er bijna achter kwam. Jupiter kon het nog net voorkomen door Io in een koe te veranderen. Juno had echter haar vermoedens en vroeg Jupiter om haar de koe als geschenk te geven. Juno plaatste de koe (Io) onder de toeziende ogen van Argus, het honderdogige monster dat zijn ogen om de beurt kon laten slapen, en zo altijd een oog op Io te kunnen houden zodat ze niet zou wegvluchten. Jupiter beval Mercurius Argus te doden. Dat lukte hem door alle honderd ogen in slaap te zingen en hem te onthoofden. Juno plaatste later als eerbetoon zijn honderd ogen op de staart van het haar toegewijde (en zeer waakzame) dier, de pauw. In deze zaal verder twee geschilderde 'beelden' van de lente en de herfst. Boven de deur een Ecce Homo (Christus na de geseling). Categorie: exchange |
|||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
Villa Emo, Fanzolo (Vedelago), Veneto, Italië Villa Emo, Fanzolo (Vedelago), Veneto, Italië Villa Emo, Fanzolo (Vedelago), Veneto, Italië Villa Emo, Fanzolo (Vedelago), Veneto, Italië Villa Emo, Fanzolo (Vedelago), Veneto, Italië Ceres, Villa Emo, Fanzolo (Vedelago), Italië nr: 109647 - 3445 views © belpaese.nl 2012-2018. Dit materiaal (foto's en tekst) is eigendom van Belpaese.nl. Het mag uitsluitend voor privédoeleinden worden gebruikt. Het mag niet opnieuw door middel van Internet, kopie, druk, of een ander medium worden verspreid. |