Lucchio ligt spectaculair tegen een steile helling aangebouwd. Het afgelegen dorp is grotendeels verlaten hoewel een aantal huizen als tweede huis zijn opgeknapt, vooral door Fransen. De helling waartegen het dorp ligt, is zo steil dat men vertelt dat men vroeger zakjes aan het achterwerk van de kippen hing om te voorkomen dat de eieren van de berg afrolden. Tot de jaren '50 van de twintigste eeuw woonden er nog zo'n duizend mensen in Lucchio, nu zijn dat er nog enkele tientallen. Bovenin het dorp staan nog wat resten van het kasteel ("rocca"). Rond de 14e eeuw was dat in handen van Lucca en de beroemde veldheer Castruccio Castracani (1281-1328) wist het zowel tegen Pistoia als tegen Florence te verdedigen. Na zijn dood was het kasteel achtereenvolgens van Pistoia, weer van Lucca, van Florence en uiteindelijk weer van Lucca. Over de Rocca worden hier spannende verhalen verteld. Over Anastasia en Lucia bijvoorbeeld, meisjes uit het naburige Vico Pancellorum. Deze meisje waren er achter gekomen dat de kasteelheer van Lucchio, Gaspare da Slazzema, een verradelijke aanval wilde uitvoeren op de Florentijnen en ze wisten dat te verhinderen door hem te verleiden en vervolgens aan zijn bed vast te binden. Een ander verhaal vertelt hoe de twee broers en bandieten Vincenzo en Francesco Poggi met behulp van de beroemdste bandiet (brigante) uit de streek, Bernardo del Colle, het kasteel belegerden. Het beleg werd uiteindelijk gebroken door een leger van de republiek van maar liefst 6000 soldaten maar de twee broers wisten zich in veiligheid te brengen.
|