Domus Flavia

Paleis van Domitianus (Domus Flavia)

Roma | Lazio | Italia

Een groot deel van de Palatijn werd ingenomen door gebouwen die in de tijd van Domitianus waren gebouwd (tussen 81 en 96 n.C.) door de architect Rabirius. Dit 'Paleis van Domitianus' was gedurende de hele keizertijd de residentie van de keizer (de 'Augustus'). Het complex bestond uit een gedeelte met voornamelijk een publieke functie (Domus Flavia) en een gedeelte dat het privédomein van de keizerlijke familie was (Domus Augustana).

De Domus Flavia is het noordelijke complex dat was gegroepeerd rond een grote binnenplaats omgeven door een zuilengang In het midden was een groot achthoekig bassin in de vorm van een labyrint. Aan de noordoostkant lagen aan de binnenplaats drie grote vertrekken: links de 'Basilica', die wellicht werd gebruikt voor regeringsberaad; in het midden de 'Aula Regia', waarschijnlijk een soort troonzaal; en rechts een ruimte die 'Lararium' wordt genoemd maar meer waarschijnlijk het onderkomen is geweest voor de keizerlijke wacht, de Praetoriaanse garde.

De wanden van de 'Aula Regia' waren rijkelijk versierd met nissen die werden gevormd door uitspringende zuilen en lijstwerk. Daartussen stonden beelden van gekleurd marmer (waarvan er een aantal in de 18e eeuw zijn opgegraven en nu zijn te zien in de Galleria Nazionale te Parma).

Onder de 'Basilica' zijn resten gevonden van een huis uit de eerste eeuw voor Christus met een vertrek dat was beschilderd in de tweede stijl. Omdat veel voorstellingen betrekking hebben op de cultus van de Egyptische goden Isis en Serapis, wordt deze ruimte de 'Isis-zaal' genoemd.

Onder het 'Lararium' is een huis gevonden dat omstreeks 100 v.C. rijkelijk werd beschilderd en met stucwerk werd gedecoreerd. Eén van de stucwerkversieringen stelt twee griffioenen voor die naar elkaar zijn toegekeerd. Vandaar de naam van het huis: 'huis van de griffioenen'.

Aan de noordwestelijke kant van de grote binnenplaats was een achthoekige zaal met nissen en twee aangrenzende vertrekken. De vloer was voorzien van een hypocaustum (verwarming met hete lucht) en kon dus verwarmd worden. Deze zaal was waarschijnlijk het keizerlijke triclinium (eetzaal), ook wel Cenatio Iovis genoemd. In de aangrenzende ruimtes waren nymphaea met fonteinen. Onder het rechter nymphaeum zijn restanten gevonden van het huis van Nero, dat bij de brand in 64 werd verwoest.